Axelle Verkempinck

Axelle Verkempinck (°1995) is een actrice en theatermaakster. Na drie jaar acteren te studeren aan het Koninklijk Conservatorium van Antwerpen, verhuisde ze naar Brussel, waar ze aan het RITCS in 2021 haar master theaterregie en schrijven behaalde. In haar werk focust ze op de dialoog tussen het persoonlijke en het politieke, machtsstructuren en vrouwelijke identiteit. Haar afstudeervoorstelling Save me a spot werd geselecteerd voor het festival Congolisation (KVS) in 2021. Ze werkt regelmatig in Nederland. In Amsterdam maakte ze de locatievoorstelling Ode aan de weigering voor het Boslab Theaterfestival (2022) en momenteel werkt ze als regie assistente aan de voorstelling Over dromen en luchtkastelen bij Theater Babel Rotterdam. Ook is ze betrokken bij verschillende participatieve theaterwerkingen zoals MAGMA, de Cie Tartaren,… en zoekt ze als theaterdocent naar een inclusievere benadering van kunstonderwijs.

Anna Perger

over haar onderzoek

Als eerste deel van haar Contra-periode schreef Axelle aan een nieuwe tekst getiteld Mijn woede is een vogel. Hierin gaat ze het gesprek en het conflict aan met haar eigen woede, die naast haar staat in de vorm van een tienjarig meisje.

Mijn woede is een vogel gaat over hoe dicht vrijheid en woede bij elkaar liggen. Over wat het betekent om vrouw te zijn, niet alleen in de wereld, maar in het complete vacuüm van de kosmos. Over hoe liefde voor ‘de ander’ het monopolie op lijden kan doorbreken. Over hoe woede soms een adelaar is en soms een kolibrie die net in je hand past.

In juni 2024 startte het tweede deel van Axelle’s residentie.

Soms probeer ik het me voor te stellen. Dat er iets levends in mijn buik zit.
Iets met handen, en voeten, en ogen. Iets met een hart.

Dat klopt.
Hoe het zou zijn om met twee hartslagen te leven.
En dat ik dan ergens op een bed lig.
Te schreeuwen.
En dat er dan na een paar minuten, of een paar uur.
Een levend wezen uit mij verschijnt.
Een levend wezen.
En dat ik dan naar hem - of haar - ga kijken en ga huilen.
Om hoe klein die baby is.
Dat ik dan ga denken aan die foto van de aarde.
The pale blue dot.
Die foto vanuit de ruimte waarop de aarde maar een pixel groot is.
Een klein blauw puntje.
En dat ergens op die aarde, op dat kleine stipje, wij liggen.
Op dat bed.
En dat er geen enkel bewijs is, geen enkel teken, in de kosmos.
Dat iemand hem gaat komen redden.
Dat iemand hem gaat beschermen.
Dat iemand ons gaat beschermen
En dat ik iets ga doen om dat nieuwe leven te verpesten.
Dat ik die baby iets verschrikkelijks heb aangedaan met hem op de wereld te zetten.
Dat hij een achternaam zal hebben waardoor mensen hem zullen willen pijndoen.
Dat hij geen huis zal vinden of appartement, of werk.
Dat zijn cv onderaan de stapel zal belanden. Of verfrommeld in de prullenbak.
Dat zijn leerkrachten hem ervan zullen overtuigen dat er geen hoop voor hem is.
En hij best niet al te hard zijn best doet in het leven. Omdat het toch niet zal uitmaken.
Dat hij vriendjes wil maken, of vriendinnetjes maar dat andere ouders zullen zeggen dat hun kinderen bij hem weg moeten blijven.
Dat hij aan de kassa bij de supermarkt zijn zak zal moeten openen, als enige.
Dat hij door winkelbediendes zal achtervolgd worden bij het shoppen.
Dat ze ervan uit zullen gaan dat hij geen Nederlands spreekt.
Dat hij geen lening bij de bank krijgt.
Dat zijn naam levenslang verkeerd zal uitgesproken worden.
En dat er een punt komt waarop hij mensen ook niet meer corrigeert.
Dat mensen op het vliegtuig met angstige ogen naar hem zullen kijken.
Dat er op de meest random momenten om zijn pasport zal gevraagd worden.
Dat hij een politie agent zal tegenkomen die zin heeft om hem pijn te doen.
Of een studentengroep die het grappig vinden om hem te vernederen.
Dat de maatschappij hem uit zal spugen. En dat dat mijn schuld zal zijn.
Omdat ik ervoor gekozen heb om hem leven te geven.
En soms denk ik aan al die dingen.
En dan probeer ik mezelf voor te stellen hoe hij eruit zou zien.
Die baby die een soort wonderlijke samenstelling is van Bilal en ik.
Van de woestijn en van een dorp in West-Vlaanderen.
Van zijn voorouders die hun land hebben bevrijd, en de mijne met een dorpscafé naast de kerk. Van zijn donkere ogen en die van mij.
En dan kan ik alleen maar liefde voelen voor die baby.
Want ergens weet ik ook dat ik die baby zal beschermen met alles wat ik heb.

Het allergekste vind ik dat de eicel waaruit die baby ontstaat nu al in me zit. De helft van de baby zit al in mij.
En Bilal zegt wel eens dat ik niet genoeg ontspan.
Dat mijn lichaam constant onder spanning staat.

Dan zit ik te lezen en in plaats van mijn lichaam te ontspannen dan doe ik iets raars met mijn voet. Dan passeert hij, tikt hij zacht op mijn voet en zegt ‘Relax. Why is it so difficult for you to relax.’
En ik weet dat dat die halve baby is, die zich nu al voorbereid op het leven.

tekstfragment uit het onderzoek van Axelle Verkempinck 

Toonmomenten van Axelle Verkempinck: 

  • dinsdag 19 maart 2024 om 17u30 
  • donderdag 27 juni 2024 om 18u00 

Blijf op de hoogte

Ontvang onze nieuwsbrief of tijdschrift met nieuws, aankondigingen over onze voorstellingen, activiteiten en eigen producties.
Schrijf je in